Procedure

 

1. Stel een gecertificeerd asbestdeskundige aan

Om een asbestattest voor uw eigendom te bekomen stelt u een gecertificeerd asbestdeskundige inventarisatie (ADI) aan.

U kunt als eigenaar ook een volmacht geven om een asbestattest te laten opmaken, vb. aan een notaris, makelaar of gebouwenbeheerder.

2. De asbestdeskundige inventariseert uw gebouw

De deskundige doet een plaatsbezoek en maakt een inventaris op. De inventarisatie voor een asbestattest is ‘niet-destructief’.

 

Een niet-destructieve asbestinventaris beschrijft enkel de materialen die een risico kunnen vormen bij het dagelijks gebruik van het gebouw. Tijdens de inspectie worden nooit wanden of vloeren beschadigd om ingesloten asbest op te sporen. Bij het opstellen van een destructieve asbestinventaris gebeurt dat wel.

Toch zijn ook voor een niet-destructieve inventaris soms kleine beschadigingen van verdachte materialen nodig. Vaak kan alleen een laboanalyse met zekerheid bepalen of het materiaal asbesthoudend is of niet. Voor de monstername moet dan een stukje van het verdacht materiaal verwijderd worden.

3. De asbestdeskundige bezorgt u het asbestattest van de OVAM

Na een volledige invoer van de gegevens, bezorgt de asbestdeskundige u het asbestattest van de OVAM. U kunt het asbestattest vanaf dat moment ook raadplegen via de Woningpas.

De standaard geldigheidstermijn van een asbestattest is 10 jaar of tot er een recenter asbestattest wordt opgesteld. In sommige gevallen kan een kortere geldigheidstermijn toegekend worden. Dat is het geval wanneer er een beperking was tijdens het onderzoek, waardoor de asbestdeskundige niet het ganse inspectiegebied heeft kunnen onderzoeken.